Laura Peschar
17-03-2021

Deel dit bericht

De afgelopen weken is de Kieswijzer voor Kinderen meer dan 240.000 keer ingevuld. 66% daarvan waren kinderen van 7 tot 13 jaar. Maar ook jongeren van 13 tot 18 jaar (17%) en volwassenen (10%) hebben de Kieswijzer gebruikt om uit te vinden waar hun politieke voorkeur ligt.

In de Kieswijzer voor Kinderen krijgen kinderen twintig stellingen voorgelegd over belangrijke maatschappelijke onderwerpen zoals klimaat, economie, zorg en cultuur. Ook zijn er stellingen toegevoegd over thema’s die speciaal hen aangaan (social media, pesten, kinderarbeid, school). De resultaten van de Kieswijzer laten zien hoe Nederland eruit zou zien als deze groep jonge burgers het voor het zeggen krijgt.

Politiek leeft onder kinderen
Onlangs kwamen onderzoekers van de UVA nog met het alarmerende bericht dat jongeren democratie maar een vaag begrip vinden en dat er op school nauwelijks over politiek gesproken wordt. De onderzoekers denken dat dit aan het gebrek aan burgerschapsonderwijs in het basisonderwijs ligt.

‘De populariteit van de Kieswijzer voor Kinderen stemt een stuk positiever’, zegt Henrike van Gelder, hoofdredacteur van Kidsweek en Samsam. ‘Hij is ook heel veel onder schooltijd ingevuld, wat bewijst dat politiek wel degelijk een onderwerp van gesprek is op de basisschool. De coronatijd heeft zeker bijgedragen aan dit politieke bewustzijn. Politici maken beslissingen over schoolsluiting, sporten, afstandsregels, vaccinatie van opa en oma etc. Deze beslissingen zijn regelrecht van invloed op de leefwereld van kinderen.’

Uitkomsten behoorlijk links
Uit de voorlopige resultaten blijkt dat het gedachtegoed van de deelnemende kinderen (7 tot 13 jaar) het meest overeenkomst met de volgende partijen, in deze volgorde:
1. Partij voor de Dieren
2. PvdA
3. GroenLinks

André Krouwel, politicoloog verbonden aan de VU, en oprichter van KiesKompas, analyseerde de gegevens van de Kieswijzer voor Kinderen: ‘Nog nooit eerder hebben we zo uitgebreid in de hoofden van kinderen kunnen kijken en kunnen zien hoe ze over politiek en de samenleving denken.’ Zijn analyse van de politieke leefwereld van kinderen en jongeren: ‘Vooral jonge kinderen zijn heel begaan met het milieu en tegen ongelijkheid. Schiphol moet niet verder groeien, vindt een ruime meerderheid en we moeten minder vlees eten, vindt bijna de helft. Onderwijs moet goedkoper worden, sport en muzieklessen zelfs gratis. Kinderen van asielzoekers mogen hier blijven en Nederland moet niet uit de EU. Je ziet dat vooral de jongste deelnemers van 7 tot 13 behoorlijk links zijn. De komende tijd gaan we de data verder onderzoeken om te zien wanneer en hoe politieke bewustwording plaatsvindt bij kinderen en wanneer er een herkenbare structuur in het politieke denken ontstaat.’

Een paar opvallende resultaten op een rij:

  • 76 % vindt dat Nederland in de EU moet blijven.
  • 68% vindt dat het koningshuis níet moet worden afgeschaft omdat het ouderwets zou zijn.
  • 71 % vindt dat kinderen van asielzoekers die in Nederland zijn geboren hier mogen blijven.
  • 76 % vindt dat online pesters een boete moeten krijgen.
  • 57% van de meisjes vindt dat je niet eerder vrijgelaten mag worden uit de gevangenis als je je goed gedraagt (47% van de jongens vindt dit).
  • 51% van de meisjes vindt dat er minder vlees gegeten moet worden in Nederland (38% van de jongens vindt dit).
  • 44% van de jongens vindt dat kinderen geld mogen verdienen met social media zoals Tiktok of YouTube (32% van de meisjes vindt dit).

Over de Kieswijzer voor Kinderen
In 2010 bedacht de toen negenjarige Wytze Walstra de Kinderstemwijzer. Tien jaar later heeft hij, samen met zijn medestudent Milou de Schrijver, de handen in één geslagen met Samsam en Kidsweek bij de ontwikkeling van de Kieswijzer voor Kinderen. Om kinderen opnieuw bewust te maken van het belang van verkiezingen. Wytze Walstra: ‘De mensen in de politiek maken belangrijke beslissingen over het leven van kinderen, maar maken politiek soms zo ingewikkeld dat kinderen het niet altijd kunnen volgen. De Kieswijzer voor Kinderen is geschreven in een taal die voor hen wel begrijpelijk is. Zo willen we laten zien dat politiek ook heel leuk kan zijn.’